Energie uit biomassa

Landgoederen beschikken vaak over houtblokken of houtsnippers die voortkomen uit het onderhoud van het eigen terrein. Mogelijk is er voldoende beschikbaar voor de opwekking van warmte voor de eigen warmtevraag. De techniek is betrouwbaar, efficiënt en soms ook kosteneffectief. Belangrijk voor de optimale keuze van een systeem zijn:

  • Het is belangrijk om geen te grote houtgestookte ketel te kiezen. Ketels zijn duur in de aanschaf en opereren bij een te grote capaciteit vaak op een te laag vermogen. Meestal kan al worden volstaan met een houtgestookte ketel met de helft van de capaciteit van de bestaande aardgasketels; een aanvullende warmtebuffer zorgt er vervolgens voor dat er toch altijd voldoende warmte is.
  • Wordt er gekozen voor hout in de vorm van blokken, snippers of pellets? Bij een kleine warmtevraag (tot circa 40.000 m3 gas per jaar) kan het interessant zijn om gebruik te maken van houtblokken en de installatie gemiddeld een keer per dag handmatig te vullen. Hierdoor zijn de investeringen lager en is er weinig ruimtebeslag. De volautomatische ketel zorgt voor een goed geregeld verbrandingsproces, waarbij de warmte wordt opgeslagen in een warmtebuffer en geleidelijk wordt afgegeven.
  • Bij een grotere warmtevraag (vanaf circa 100 kW) kan het interessant zijn om eigen houtsnippers in te zetten. Handwerk wordt dan voorkomen, maar de installatie is wel meteen fors duurder en groter door de opslag van houtsnippers bij de ketel.
  • Het is al vanaf circa 10 kW mogelijk om gebruik te maken van pellets (geperste houtbrokken). Deze zijn gemakkelijk in te voeren bij een relatief goedkope en volautomatische ketel. Nadeel is dat de pellets van buitenaf worden aangevoerd en relatief prijzig zijn in het gebruik.
  • Uit het aardgasverbruik kan direct een schatting worden gemaakt van de vraag naar biomassa. Iedere 1000 m3 aardgas komt ongeveer overeen met circa 7 m3 houtblokken, 3 ton of 8 m3 snippers, of circa 2 ton pellets.
  • Momenteel worden er verschillende concepten ontwikkeld voor kleinschalige warmtekrachtsystemen op basis van houtige biomassa, op basis van verbranding en vergassing. Het zal echter nog zeker 5-10 jaar duren voordat deze technologieën commercieel verkocht worden.